Drechtsteden Kinesiologie



Tarwe en darmen gaan moeilijk samen

Tarwe is en blijft een moeilijk en lastig onderwerp.

Lastig, omdat je lichaam het zo ontzettend moeilijk kan verteren. En moeilijk, want wat moet je dan eten?!  En helaas, het is echt product nummer één om weg te laten uit je voedingspatroon als je last hebt van je darmen. Ik merk in mijn praktijk dat mensen het heel moeilijk vinden om dat te doen.

Want stiekem zit in heel veel producten tarwe. Niet alleen in brood, vergeet vooral de pasta’s niet.

Tevens wordt het in veel producten toegevoegd, kijk maar eens op etiketten.

Een stukje darm ziet er als volgt uit. Het heeft een darmvlok met daarop een darmvilli en daarop weer microvilli. Bij elkaar noemen we dit de darmplooien en die zorgen op deze manier voor een enorm groot oppervlakte. Zodat jouw darmen zoveel mogelijk vitamines en mineralen op kunnen nemen. Vervolgens worden die door gegeven aan jouw organen zodat jij en je lichaam optimaal en gezond kunnen functioneren.

Echter, als je geen goede voeding in je mond stopt maak je deze darmvlokken kapot en functioneer je op een gegeven moment niet meer optimaal en kun je zelfs intoleranties en allergieën ontwikkelen.

(Met een intolerantie kan je een product wel eens eten maar niet dagelijks. Bij allergieën krijg je direct een reactie, zoals bijvoorbeeld bij pinda’s).

Drie redenen waarom je tarwe niet moet eten als je last hebt van je darmen:

  1. Het irriteert en maakt je darmwand kapot
  2. We zijn niet gemaakt om tarwe te kunnen verteren
  3. Ze worden omgezet naar snelle suikers

 

  1. HET IRRITEERT EN MAAKT JE DARMWAND KAPOT

Graan kan je zien als een veer met harde stekels die je darmslijmvliezen (darmwand) irriteert. Je darmen voelen hetzelfde aan als de binnenkant van je mond. Daar voel je spieren, zachte huid, vochtige, gevoelige en slijmerige huid. Kijk maar eens hoe het voelt als je op je wang bijt. Zo’n wondje is vaak best snel dicht, maar soms kan het ook akelig lang blijven zitten. Als die veer met harde stekels, graan dus, constant de huid van je darmen aan het bewerken is, dat irriteert enorm. Dit kan een hele tijd goed blijven gaan, maar als dit jaar in jaar uit elke dag gebeurd, dan gaat de huid op een gegeven moment kapot en heelt niet meer goed.

Dit is dus wat er gebeurt in je darmen. Je krijgt irritatie plekken in je darmwand. Je darmvlokken gaan kapot, en ze gaan uiteindelijk zo kapot dat ze verdwijnen. Daardoor vallen er gaten tussen en kunnen ze hun functies niet meer goed uitvoeren.

De oppervlakte vergroting van je darmwand is weg want je microvilli en je villi zijn verdwenen. Dat houdt in dat voedingsstoffen niet meer goed opgenomen worden. Dan kun je wel genoeg vitaminen en mineralen binnen krijgen via je voeding, maar doordat het niet goed wordt opgenomen kun je toch tekorten oplopen.

De grensposten in je darmen functioneren niet meer naar behoren. De zogeheten ‘leaky gut’ , populair gezegd een lekke darm. Voedingsstoffen die niet door de darmwand heen mogen, gaan er wel doorheen. Toxische stoffen, virussen en bacteriën dringen naar binnen. Het afweersysteem van je darmen functioneert dan niet meer naar behoren, waardoor je ziek kan worden. Denk daarbij aan buikpijn, diarree, vermoeidheid, spijsverteringsklachten, eczeem, hoofdpijn, opgeblazen gevoel etc. Ook gaat je systeem reageren op allerlei stoffen die binnendringen en niet in je lichaam thuis horen. Op deze manier creëer je intoleranties en allergieën.

Het type eiwit in tarwe heet lektinen, dat wordt in verband gebracht met doorlaatbaarheid van de darmwand. Lektinen kunnen de darmwand irriteren en ontstekingen bevorderen, wat op de lange termijn kan bijdragen aan chronische ontstekingen en auto-immuunziekten.

 

  1. WE ZIJN NIET GEMAAKT OM TARWE TE KUNNEN VERTEREN

Even een flink stuk terug in de tijd. Wij hebben ongeveer 6000 jaar lang steeds hetzelfde gegeten en pas ongeveer de afgelopen 200 jaar is onze voedselinname compleet veranderd.

Enzymen verteren mbv verteringssappen ons voedsel. Wij eten evolutionair gezien pas kort tarwe en gluten. 200 jaar klinkt lang, maar ten opzichte van 6000 jaar is dat nog maar net. De enzymen die wij sinds ons bestaan (ongeveer 6000 jaar) al bij ons hebben, hebben zich nog niet kunnen aanpassen aan het voedsel wat wij de afgelopen 200 jaar eten. Wij kunnen het gewoonweg niet verteren omdat we er niet voor gebouwd zijn.

We gingen ons toentertijd steeds meer op één plek vestigen. Daardoor konden we moestuinen en akkers aanleggen en dieren temmen en fokken. De voedselvoorraad was echter nog lang niet zo groot als wat we nu hebben. Daarnaast aten we nog steeds veel producten die we in de bossen verzamelde. Fruit, zaden, noten etc. We aten meer plantaardig en meer vis. We aten en dronken toen niet elke dag vlees, zuivel en kaas.

Er was al graan, maar dat was een hele andere graansoort. Oergraan;  echte spelt, zuurdesem of naakte haver. Spelt is de oudste graansoort die er is. Voordat deze graansoort in Nederland kwam duurde het ongeveer nog 1000 jaren.

Tijdens de industriële revolutie kwam men er achter dat dit proces veel sneller kon. Tarwe is flink veredeld (ook recenter) om sneller te kunnen groeien en een hogere opbrengst te bewerkstelligen. Hierbij kregen we ook nog eens een extra product cadeau: gluten. Gluten bestonden al wel, maar niet in deze grote hoeveelheden. Doordat het proces zo veel versneld werd, bleven de gluten meer in leven.

Tarwe bleek niet alleen handig voor brood, maar was ook te gebruiken als bindmiddel en het bleek ook nog eens dat het verslavend was (omdat het zich in ons lichaam omzet naar snelle suikers). Tarwe werd in bijna alle producten gestopt. Want als iets verslavend is koop je er meer van.

Het grote verschil met het bewerken van het oergraan en het graan van nu is dat oergraan langer op het land moet staan, de plant wordt langer en er zit minder graan aan. Minder efficiënt dus.

Spelt heeft veel van zijn oorspronkelijke genetische eigenschappen behouden. Dat maakt dat het beter bij ons lijf past als het gemoderniseerde tarwe.

 

REDEN 3. ZE WORDEN OMGEZET NAAR SNELLE SUIKERS

Tarwe/brood bestaat voornamelijk uit zetmeel.

Zetmeel is geen enkel glucosemolecuul, maar een keten van veel glucosemoleculen.  Het is een koolhydraat. Simpel gezegd is zetmeel een suiker. Moderne tarwerassen, die door veredeling zijn aangepast om hogere opbrengsten te leveren, hebben vaak een hoge glycemische index. Oftewel, snelle suikers. Dit betekent dat tarwe snel wordt omgezet in glucose in het bloed, wat leidt tot een snelle stijging van de bloedsuikerspiegel. In fruit bijvoorbeeld zitten langzame suikers, een lagere glycemische index. Dat zijn de belangrijkste energiebronnen om alle processen in je lichaam te laten werken. De energie wordt dus beetje bij beetje afgegeven, waardoor jouw energie stabiel blijft.

Van het eten van snelle suikers krijg je een suikerdip. Dan heb je weer meer energie (suiker dus) nodig en hunker je naar nog meer voedsel. Op deze manier werkt suiker als een verslaving.

Dat maakt ook dat je moe kan worden na het eten van brood of je hebt al weer heel snel honger.    Het kost je veel energie om zetmeel te verteren, het irriteert je darmwand  en je wordt er ook nog eens dik van.

Ons lichaam is nog steeds zo geprogrammeerd als toen het een holbewoner was. Koolhydraten (suikers) zijn de belangrijkste energiebron voor je lichaam. Daar moest je als holbewoner meestal hard voor werken. Dus je lichaam (in feite dus nog een holbewoner) slaat de energie op als er meer binnenkomt dan op dat moment nodig is voor later, op een moment dat er moeilijker aan voedsel te komen is. Super ingenieus dus! Het grote verschil is dat wij niet meer hoeven te werken voor ons eten, althans niet zoals vroeger. We hoeven niet eerst op jacht of voedsel te verzamelen. Wij lopen naar de kast of keuken en pakken ons voedsel.

Dus als je niet uitkijkt, dan eet je jezelf gedachteloos vol voor de schaarste die komen gaat (wat in deze tijd natuurlijk nooit komt), waarna je met een suikerhypo en buikpijn op de bank in elkaar zakt en is het niet raar als je na verloop van tijd steeds dikker wordt.

 

DE BOODSCHAP: EET ZO MIN MOGELIJK / GEEN TARWE

Wat kun je dan eten ter vervanging van tarwe?

  • Havermout
  • Spelt
  • Naakte haver
  • Quinoa (alleen als je geen pijn aan je darmen hebt)
  • Groentebrood
  • Haverbrood
  • Salade
  • Soep
  • Smoothie
  • Crackers die van oertarwe zijn gemaakt (waar geen andere tarwe aan is toegevoegd)
  • Boekweit (is een bloemknop)
  • Gierst / Millet
  • Sorghum
  • Amaranth
  • Teff
  • Kelp noodles
  • Kikkererwtenpasta
  • Linzenpasta
  • Enz.

Er zijn voldoende recepten en kookboeken te vinden waar geen tarwe in gebruikt wordt, ga op zoek en laat je verrassen.

Kijk eens op een etiket wat er in het product zit.

Het is best een hele klus om alle tarwe te mijden, maar als je al je brood en je pasta vervangt ben je al een eind op weg.

 

Heel veel mensen kunnen tarwe minder goed hebben. Ze hebben niet gelijk coeliakie (gluten allergie), maar zijn wel glutensensitief. Dat geldt gelukkig niet persé voor alle gluten. Gluten kan je opsplitsen in veel verschillende soorten gluten.

 

 

Nog een belangrijke tip:

Als je brood laat staan en vervangt door andere voeding, hou er dan erg in dat je geen jodium tekort creëert. In brood uit de winkel zit volgens de regels verplicht gejodeerd zout, dat is prettig. Als je zo’n 4 snee brood per dag eet, krijg je voldoende jodium binnen.

Zo niet, kan je jodium als supplement erbij nemen. Denk aan 150 mcgr per dag. Je schildklier zal op langere termijn het jodium gaan missen. En dat wil je niet!